Stel je voor dat er in Brussel wél een Europese minister van financiën was, met echte bevoegdheden en een echt ministerie. Hoe zou daar dan nu de sfeer zijn? Die minister was zeker niet op vakantie gegaan. Zijn belangrijkste ambtenaren waren minstens 18 uur per dag op hun post. Ook in het weekend.
Er zou een continue crisissfeer heersen, het ministerie was in oorlogstand en iedereen was in touw om de schuldencrisis te bevechten en de euro te redden. Het zou er minstens zo hectisch aan toe gaan al bij de nationale ministeries van financiën tijdens de bankencrisis van 2008.
Het grootste deel van de ambtenaren zou bezig zijn met het bevechten van de acute crisis. Maar er zou ook een klein, select groepje zijn die na dacht over verbetering van de architectuur van de Europese instellingen, regelgeving en financiële markten, om toekomstige crises te voorkomen.
Maar er staat geen ministerie in Brussel. De oorlog wordt gevoerd door toevallige een ad hoc bijeengeroepen clubjes van topambtenaren, ministers en regeringsleiders. Af en toe treffen zij elkaar tijdens een overleg en schrijven dan weer een paar regels van het crisisplan voor de euro. Aan een echte oplossing, laat staan een structurele verbetering van Europese instellingen, komen ze niet toe.
In de zomer gaan ze (bijna) allemaal lekker op vakantie. Ze zijn allemaal verantwoordelijk, dus niemand voelt zich eindverantwoordelijk. Het crisisberaad ligt stil. Het fictieve Brusselse ministerie van financiën heeft - midden in de crisis - de deur voor een week of zes gesloten.
Het is een bizar zomervacuüm, dat maar weer eens bewijst dat een monetaire unie niet kan zonder een politieke unie.
Er is slechts één Europese instelling met echte macht, en die staat niet in Brussel, maar in Frankfurt. Bij de Europese Centrale Bank is men nog wel op de post. En bij gebrek aan een echt ministerie, gedraagt de ECB zich al meer als een soort geheim Europees ministerie van financiën.
Door het opkopen van obligaties van PIIGS-landen, is de centrale bank zich de schatkistbewaarder van het eurogebied geworden. De ECB bepaalt wie nog tegen een normaal rentetarief kan lenen, en wie niet. Net zoals een denkbeeldige federale Europese overheid invloed zou hebben hoeveel de euro-deelstaten kunnen lenen.
De ECB gaat zelfs nog een stap verder. Voordat toestemde obligaties van Italië op te kopen, moest dat land eerst zijn bezuinigingsplannen versnellen.
De ECB gaf dus een inhoudelijke en dwingende aanwijzing aan de Italianen over hun begrotingsbeleid. Italië staat in feite onder curatele van de ECB. Net zoals Nederlandse Artikel 12-gemeenten, onder curatele staan van het Rijk.
Europa heeft dus wel degelijk een ministerie van financiën, alleen staat het niet in Brussel, is de 'minister' niet gekozen en hoeft hij aan niemand verantwoording af te leggen. Jean-Claude Trichet is minister tegen wil en dank; zodat de echte Europese ministers lekker op vakantie kunnen.
Laatste reacties